Innoveren in het onderwijs blijft een belangrijke opdracht. Het is bekend dat Saskia Van Uffelen, de topvrouw van Ericsson en Digital Champion of Belgium, geen gelegenheid laat voorbij gaan om aan te klagen dat we onze kinderen nog altijd acht uur per dag als het ware terugsturen naar de Middeleeuwen.
Nu ook op de universiteiten het nieuwe academiejaar op gang is gekomen, is het daarom niet slecht te verwijzen naar het feit dat er tot wel her en der initiatieven worden genomen om ook in het onderwijs voor innovatie te zorgen. Eén ervan is het Future Classroom Lab (FCL) in Brussel, een project van European Schoolnet, het netwerk van de dertig Europese Ministeries van Onderwijs Het diende ook als voorbeeld voor Lab 21.0, een heuse “classroom of the future” die begin 2016 in gebruik is genomen bij de onderwijskoepel RHIZO en die dé blikvanger is van het onderwijsinnovatieproject School 21.0 . Lab 21.0 moet het hoofdkwartier, het basiskamp, het kloppende hart worden van School 21.0. Ideeën die daar – al dan niet met de input van externe partners – ontwikkeld en/of uitgetest worden, moeten zich verspreiden in de rest van de school, en bij voorkeur ook erbuiten. Dat Lab 21.0 er is, is te danken aan een geslaagde win-winsamenwerking volgens één van de principes die we in ons boek beschrijven RHIZO zocht immers eerst bij de klassieke leveranciers van schoolmateriaal naar een samenwerking, maar toen dat niets opleverde, keek de school verder. De school wist wat ze zelf wilde, definieerde doelstellingen en resultaten en ging op zoek naar andere partners die ook zelf iets zouden kunnen winnen bij de innovatiesamenwerking. Ze vond die partners in Barco en Ocular. Barco leverde met BarcoClickShare een technologische coöperatieoplossing en Ocular leverde pods. Op die manier is een “classroom of the future” ontstaan. Alles kwam tot stand binnen de gouden driehoek van time-scope-resources die ook in ons boek ruimschoots aan bod komt.
0 Comments
In de context van vandaag met veranderingen die elke dag sneller op ons afkomen en met concurrentie die uit alle hoeken en van overal razendsnel kunnen opduiken, zijn innovatieve samenwerking en co-creatie de dag van vandaag een must. Onze nationale leuze, enigszins in de vergeethoek gedrumd door communautair gekissebis, is nog altijd “eendracht maakt macht”. Het is in de ondernemingswereld meer dan ooit belangrijk om ze toe te passen en om met open vizier de wereld tegemoet te treden en het oude gezegde “vivons heureux, vivons cachés” van ons af te schudden. Bedrijven moeten co-creëren om te innoveren, zich te transformeren en te overleven. Want de opdracht om te tonen dat het niet de sterksten zijn die overleven, maar diegenen die zich het best kunnen aanpassen, is alleen bijna niet meer te volbrengen. De hoge nood aan verandering vandaag schreeuwt om samenwerking. De juiste partnerships en samenwerking kunnen leiden tot fel verbeterde producten, diensten en resultaten. Co-creatie leidt tot innovatie waarbij alle partijen winnaars zijn. Tot “win-winnovatie.” Kunstmatige intelligentie – door sommigen vandaag beschouwd als de bron van alle toekomstige kwaad die miljoenen jobs zal doen verdwijnen - vraagt niet om minder menselijke vaardigheden – maar juist om meer om op die manier tot echte innovatie te komen. Of het nu om geprogrammeerde financiële producten of militaire drones gaat, complexe systemen verhogen de behoefte aan mensen die kritisch kunnen redeneren en strategisch overzicht hebben. Nieuwe technologie kan ons in staat stellen om oude businessmodellen naar de prullenmand te doen verdwijnen met nieuwe beroepen, nieuwe relaties en nieuwe vormen van participatie.
Hoe je dit doet, lees je in ons boek. Het geeft je concrete tips om deze manier van werken aan te leren en in te zetten voor je eigen innovaties. Kom met ons praten tijdens de night of the profs op de Antwerpse boekenbeurs.
|
Archieven
November 2017
Categorieën |